De ultieme triatlon checklist
Alles wat je als triatlete mee moet nemen naar een triatlon
Er als triatlete vlak voor de start (of mischien nog wel erger: in de wisselzone) achterkomen dat je iets bent vergeten, is behoorlijk zuur. Het is alsof je op vakantie gaat en pas bij de incheckbalie ontdekt dat je je paspoort bent vergeten. Ouch!
Je wilt alleen ook geen overbodige spullen meenemen. In de wisselzone heb je namelijk maar weinig plek voor je spullen. Denk aan een stukje gras of zand van zo’n 50 centimeter breed, tussen je fiets en die van je buurman- of vrouw in. Oftewel: noodzaak om zo efficiënt mogelijk om te gaan met je spullen én gewoonweg zoveel mogelijk thuis te laten.
Vooral als je net begint met triatlons, ben je algauw geneigd te veel mee te nemen. Dit zorgt niet alleen voor chaotische taferelen in de wisselzone: het zoeken van je spullen en het onnodig wisselen van outfit kost je veel tijd. Zonde! Wij helpen je tijd besparen met enkele praktische weetjes en tips én een handige checklist.
Wat je moet dragen vóór de start van de triatlon
Beslissen wat je ’s ochtends aantrekt, krijgt op de dag van een triatlon een hele andere betekenis. Het gaat er even niet om hoe hip je eruitziet, maar om hoe je zo goed mogelijk kunt presteren. Één onmisbaar item is alvast je sportbh: trek hem ’s ochtends meteen aan en trek hem pas uit na de finish (niet metéén na de finish ;-)). Veel triatleten dragen graag compressie tubes om hun onderbenen. Dit bevordert de bloedcirculatie en helpt (vooral bij langere afstanden) verzuring tegen te gaan.
Is het lekker zonnig buiten? Smeer je dan voordat je je verder aankleedt in met een waterbestendige zonnebrandcrème.
Over je sportbh heen draag je een trisuit; het liefst natuurlijk een speciaal ontwikkeld dames trisuit. Dit is een soort jumpsuit voor triatleten, vaak met opbergruimte en een speciale dunne zeem waarmee je ook prettig kunt zwemmen en hardlopen. Het voordeel van een trisuit is dat je hem gedurende alle drie de onderdelen kunt dragen. Scheelt enorm tijd bij het wisselen van onderdeel! Als je geen budget hebt voor een trisuit, kun je ook een kort, strak broekje dragen. Combineer die dan tijdens de eerste wissel met een wielershirt of triatlon top met opbergruimte.
Om je pols draag je twee dingen: je sporthorloge met hartslagmeter én een haarelastiekje. Het tweede haarelastiekje doe je vast in je haar. Die reserve om je pols ga je nog een keer nodig hebben!
Is het voor de start nog koud buiten, dan trek je extra laagjes aan in de vorm van een joggingbroek en een lekkere trui of vest. Aan je voeten doe je vast je sokken (het liefst sokken die je tijdens het fietsen) en je hardloopschoenen: kun je die mooi niet vergeten!
Zodra je aankomt bij het parcours, haal je je startpakket op. Doe als eerste je chip voor de tijdregistratie om en plak je startnummerstickers op je fiets en helm. Soms krijg je ook ‘tattoos’ die je op je armen, benen en/of wetsuit kunt plakken.
Aangekleed? Tijd om je spullen voor het eerste onderdeel van de triatlon in te pakken!
Het belangrijkste accessoire tijdens het zwemmen is je zwembrilletje. Gauw inpakken dus. Daarnaast krijg je meestal een (verplicht te dragen) zwemmuts van de organisatie. Neem voor de zekerheid je eigen muts mee!
Bij sommige organisaties is het toegestaan je startnummer onder je wetsuit te dragen. De handigste manier om deze te bevestigen is een startnummerband (te koop bij de meeste hardloopwinkels). Scheelt tijd in de wisselzone, dus als het mag: doen. Bij een watertemperatuur van minder dan 17 graden is het verplicht een wetsuit te dragen. Daarboven hoeft het niet, maar is het wél heel fijn! Dankzij het drijfvermogen van een wetsuit lig je namelijk hoger in het water en kost het je dus minder energie om te blijven drijven. De meeste triatleten gebruiken hun benen dan ook veel minder dan een gewone zwemmer. Die benen heb je bij de volgende onderdelen immers nog hard nodig!
Als je niet direct vanuit de wisselzone naar het startpunt kunt, kun je slippers dragen. Zorg dat iemand ze van je aanneemt vlak voor de start of neem een paar ‘weggooislippers’ mee. Vlak voor de start van lange afstanden smeer je je nek, polsen en enkels nog even in met babyolie of vaseline. Zo krijg je geen schuurplekken van je wetsuit.
Erg handig om mee te nemen is een handdoek. Om je spullen op te leggen of juist even kort je voeten af te drogen voordat je je sokken aantrekt. Een felgekleurd exemplaar helpt je ook nog eens bij het terugvinden van je spullen in de wisselzone! Regent het of is de wisselzone op het strand? Neem dan twee vuilniszakken mee om je spullen op én onder te leggen zodat ze schoon en droog blijven. Als het droog is en de wisselzone is op het gras, kun je de vuilniszak thuislaten.
Je spullen voor ons favoriete triatlononderdeel: het wielrennen
Triatleten die er na aankomst achter komen dat ze hun racefiets zijn vergeten: ze bestaan helaas echt. Zet je fiets op tijd klaar dus en zorg ervoor dat je hem goed nagekeken hebt. Je komt de wisselzone namelijk niet in zonder goed-werkende remmen (en dat zou je ook niet moeten willen!). Daarnaast moet je een goed-zittende helm met aantoonbaar vastzittende sluiting dragen. Rust je fiets uit met een fietscomputer, een reserveband, bandenlichters en een pompje. Eventueel kun je ook een speciale schuimspray gebruiken waarmee je lekke banden snel opvult. Zorg er hoe dan ook voor dat je zelf goed materiaal bij je hebt: je mag namelijk geen hulp van buitenaf aannemen. Echte geluksvogels krijgen hulp van andere deelnemers, dit is wél toegestaan.
Het fietsen is het prettigste onderdeel als het om eten en drinken gaat. Heb je moeite met het doorslikken van gelletjes, mix ze dan met water of sportdrank en vul je bidons hiermee. Gebruik tijdens een triatlon altijd bidons met een draaidop. Mochten ze van je fiets vallen, dan blijven deze goed dicht. Bidons met een scharnierende dop klappen vrijwel altijd open. Jammer als je nog een hele tijd moet fietsen tot de volgende bevoorradingspost!
Overige gelletjes en energierepen stop je in de zakken van je trisuit of wielershirt. Passen ze er niet allemaal in? Gebruik dan een speciale fietsframe tas of ga voor de goedkope optie en plak ze met tape op je frame.
Tijdens het fietsen draag je een helm, je trisuit, fietsschoenen (sommige mensen kiezen er bij sprintafstanden voor om met sportschoenen te fietsen) en een fietsbril. Daarbij is de eerste wissel het moment om je gelletjes en energierepen aan te vullen en je startnummer om te doen (als je die niet al onder je wetsuit droeg). Deze draag je bij het wielrennen op je rug. Afhankelijk van de afstand en je eigen voorkeur draag je fietshandschoenen. Onze ervaring is dat het aantrekken van fietshandschoenen erg veel tijd kost als je vol adrenaline net uit het water komt. Bij een langere afstand is comfort tijdens het fietsen wel erg belangrijk voor je prestatie!
De juiste kleding tijdens het hardlooponderdeel
De wissel van het fietsen naar het lopen kost je (als het goed is) minder tijd dan de eerste wissel. Helm af, je fietsschoenen verwisselen voor hardloopschoenen én je startnummer naar je buik verplaatsen. Die hardloopschoenen had je vóór de start al aan, dus die ben je sowieso niet vergeten! Als je extra energie nodig hebt, stop je gauw nog wat gelletjes in één van je zakken. Neem niet te veel mee: tijdens het lopen red je het meestal wel met het eten en drinken wat uitgedeeld wordt door de organisatie.
Verder vind je het misschien fijn om een pet of zonneklep te dragen. Zo krijg je geen haar voor je ogen tijdens het rennen en ben je beschermd tegen de zon. Bijkomend voordeel: niemand ziet wat het zwemmen en je fietshelm met je kapsel hebben gedaan.
Wat je nodig hebt na de finish
Vlak na de finish zit je nog vol adrenaline, maar zodra deze wegzakt, kun je het opeens behoorlijk koud krijgen. Zorg er dus voor dat je warme, droge kleding bij je hebt. Had je nog geen lekkere joggingbroek en een dikke trui nodig vóór de start? Vergeet deze dan vooral niet in te pakken voor na de finish. Bij sommige organisaties (bijvoorbeeld de Ironman) bewaart de organisatie je tas met spullen voor na de finish en kun je deze daar ophalen. In veel andere gevallen zul je deze spullen zelf op moeten bergen. Geef ze aan een bekende of leg ze in je auto: in de wisselzone is hiervoor geen ruimte.